De NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test) is een test waarbij bloed van de moeder wordt gebruikt om in het laboratorium te testen of het ongeboren kind mogelijk down-, edwards- of patausyndroom heeft.
De NIPT wordt in Nederland alleen aangeboden in het kader van twee wetenschappelijke studies:
• TRIDENT-1 (voor hoog-risico zwangeren);
• TRIDENT-2 (voor alle zwangeren).
Vanaf 1 oktober 2021 kunnen zwangeren die niet in aanmerking komen voor de NIPT, deelnemen aan een alternatief zorgproces.
Zwangeren met een contra-indicatie voor de NIPT
In de volgende situaties is er sprake van een (medische) contra-indicatie voor de NIPT:
• Er is sprake van een moederlijke maligniteit op het moment van de aanvraag.
• De zwangere heeft in de afgelopen drie maanden een bloedtransfusie, stamcel- of orgaantransplantatie of immunotherapie voor kanker gehad.
• De zwangere is jonger dan 16 jaar.
• De zwangere is – naar het oordeel van de counselor – niet in staat om, eventueel met hulp van een tolk, het doel van het onderzoek te begrijpen en toestemming te geven.
In deze gevallen verwijst de verloskundig zorgverlener de zwangere vanaf 1 oktober direct naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Daar geeft een PND-specialist uitleg over de mogelijkheden voor onderzoek naar down-, edwards- en patausyndroom. Als de zwangere dit wenst, volgt diagnostiek conform intramurale protocollen. Naar verwachting hebben in Nederland slechts enkele zwangeren per jaar een medische contra-indicatie voor de NIPT.
Zwangeren zonder BSN
Zwangeren zonder BSN komen tot op heden niet in aanmerking voor de NIPT. Nu de combinatietest per 1 oktober vervalt, is voor deze groep zwangeren een oplossing gevonden om toch te kunnen deelnemen aan de NIPT. Informatie over de aanvraag is te vinden op www.peridos.nl.
Voor meer informatie over de NIPT wordt verwezen naar de volgende websites: